Dakar: Niet alles is te koop

26 april 2016  

Al een aantal dagen spanning, op welk terrein begeeft het knotsgekke avontuur zich aankomende Dakar. Vanmorgen was het zo ver.

Waar Peru en Chili in de wandelgangen werd geroepen, was ik daar niet zo zeker van. Immers, met een tekort aan beschikbaar budget is het voor die landen lastig om de ASO over te halen. Het blijft toch een cashcow. Wanneer mensen zeggen dat het geen Dakar meer is en refereren naar Afrika ben ik geneigd om weg te lopen. In Afrika was het avontuurlijker, 100%. Maar in Zuid-Amerika rijden we per dag meer kilometers, koudere kilometers, warme kilometers en hogere kilometers. Er is niets mooier dan een close-battle tussen de top van elke categorie. Er rijden meer fabrieksteams mee dan ooit en er is meer geld mee gemoeid. Het feit dat alles zo kort op elkaar zit heeft te maken met de top. In Afrika reden er ongeveer 10 fabrieksrijders mee en nu zijn dat er 22. Om dan maar niet te spreken van de satelliet-rijders. Het is gewoon bijna onmogelijk geworden om top-15 te rijden als privateer. Toch is niet alles te koop met geld. Honda Racing Corporation krijgt de winst maar niet in handen, terwijl ze by-far het grootste budget hebben. Ik heb vernomen dat de motoren tussen de 150 en 200 duizend euro per stuk kosten. Het lijkt alsof de druk uit Japan zo groot is dat het niet wil lukken. Het aantrekken van rijders lijkt ook niet makkelijk te zijn gegaan. Honda schijnt elke topper te hebben uitgenodigd voor een gesprek. En dan komt Michael Metge en Paolo Ceci naar voren. Geen Dakarwaardige winnaars. Ik begrijp het wel, de motoren van Honda gingen dit jaar echt vaak kapot. Dan maar minder loon en op een degelijke KTM of Husqvarna rijden. Dat zijn op dit moment echt de betrouwbaarste motoren. Toch verwacht ik dat Honda echt wel binnen een aantal jaar Dakar zal winnen. Ik blijf gelukkig nog minimaal een jaar bij Husqvarna waar ik me als een vis in het water voel en hoop dat ik daar nog wel even mag blijven. Robert

robertdag12-920x611