Tom Coronel blikt terug op ruim 20 jaar internationaal toerwagenracen: “Ik ben verslaafd aan toerwagenracen, dus ik ga voorlopig nog niet stoppen!”

16 december 2022  

EEMNES (16 december 2022) – Met het laatste raceweekeinde van de FIA WTCR – World Touring Car Cup, eind vorige maand in Saoedi-Arabië, kwam er een einde aan ruim twee decennia internationale toerwagencompetitie in zelfstandige kampioenschappen. Eerst het FIA Europees Toerwagenkampioenschap (ETCC), toen het wereldkampioenschap toerwagens (FIA WTCC) en de afgelopen vijf seizoenen de FIA WTCR – World Touring Car Cup. Tom Coronel maakte het van vrijwel het begin tot het einde toe mee en is de coureur met het grootste aantal internationale toerwagenraces. Volgend jaar wil hij er in de nieuwe TCR World Tour zeker weer bij zijn. Het concept van geselecteerde races van bestaande kampioenschappen en een afsluitend evenement als finale ziet Coronel helemaal zitten. Allereerst blikt hij echter terug op ruim 20 jaar internationaal toerwagenracen, een wezenlijk onderdeel van zijn carrière.

Zijn eerste race in het FIA ETCC reed Tom Coronel op 21 oktober 2001 op het circuit van Estoril in Portugal. Hij vertelt: “Ik reed dat jaar met BMW in het Nederlands toerwagenkampioenschap, maar daar was het seizoen al afgelopen en daarom konden Sandor van Es en ik in Estoril met een BMW van Carly Motors rijden om Duncan Huisman te helpen, die nog de titel in de Super Production-klasse kon winnen. Dat was mijn eerste optreden in het ETCC. Ik was toen net weer terug uit Japan en zag wel perspectief in de toerwagens. In die race werd ik derde. Ik reed de laatste ronde nog op kop, maar werd eraf gerost door Morbidelli. Dat leidde nog tot een soort van bokswedstrijd op het podium. Als je dat nu zou doen, zou je meteen je licentie kwijt zijn! Maar goed, de kennismaking beviel: er werd lekker gestreden, het was explosief, ik vond het gaaf!”

Zo reed Coronel in 2002 zijn eerste volledige seizoen in het ETCC met een BMW van Carly Motors. Gelijk in zijn eerste jaar stond hij al drie keer op het podium en ook in het daaropvolgende seizoen eindigde hij met de Carly-BMW enkele malen in de top drie. In 2004 had Coronel tijdens een aantal raceweekeinden zijn partner Paulien Zwart als teamgenote in de andere BMW van Carly Motorsport, terwijl ook schoonvader Klaas Zwart enkele races reed. “Met Paulien was wel bijzonder. Als paar samen in dezelfde race rijden, dat is vrij uniek in de autosport”, zegt Coronel.

Basis voor 24 Uur Dubai

Door zijn deelname aan het ETCC legde Coronel ook indirect de basis voor de 24 Uur van Dubai, nu al jarenlang gevestigd als een van de grote internationale 24-uursraces en het vlaggenschip van de 24H Series, het internationale kampioenschap van de Nederlandse organisatie Creventic. Hij vertelt: “In 2004 was de finale van het ETCC in Dubai en omdat ik daar reed kwamen Ivo Breukers en Gerrie Willems kijken. Die reden toen samen in de SEAT Endurance Cup van het DNRT en Ivo raakte zo enthousiast over het circuit in Dubai dat hij contact zocht met de mensen van het circuit. Dat leidde in 2006 tot de eerste 24-uursrace daar.”

In 2005 werd het ETCC opgewaardeerd naar WK-status, waarmee er voor het eerst sinds 1987 weer sprake was van een volwaardig wereldkampioenschap voor toerwagens. Coronel was erbij met een SEAT Toledo van het team GR Asia. “Ik kwam Ron Reinders tegen, die toen bij Pon zat en mij ondersteunde met BBS Wheels, en die zei dat er bij Pon ook wel interesse was om een WTCC-programma voor mij met een SEAT te ondersteunen, dus twee weken voordat het seizoen begon kwam het allemaal rond. Zo ging dat vaak toen, het bleef altijd lang spannend, maar uiteindelijk kwam het toch allemaal goed.” In Spa behaalde hij als derde zijn eerste WK-podiumplaats. 2005 was ook het laatste seizoen van de Eurosport Super Racing Weekends, een evenementenpakket met een combinatie van GT’s, toerwagens en formulewagens. “Dat waren echt heel leuke weekenden”, herinnert Coronel zich. “Mooie circuits: Monza, Silverstone, Spa, Imola, maar ook Puebla en natuurlijk de finale in Macau. En mooie competitie: fabrieksteams van Alfa Romeo, BMW, SEAT en Chevrolet, en ik als privérijder daartussen. Dat vond ik eigenlijk wel de mooiste jaren: het pure racen, wat meer trekken en duwen, het echte toerwagenracen.”

“Altijd ‘independent’ geweest”

Het volgende jaar reed Coronel de eerste twee evenementen nog met de Toledo, maar daarna kwam de compactere Leon, waarmee Coronel ook op het podium eindigde: derde tijdens de seizoensfinale in Macau. Bovendien werd hij winnaar van de Independents’ Trophy, het aparte klassement voor privérijders. “Ik ben altijd ‘independent’ geweest en dat ben ik nog steeds”, verklaart Coronel, “maar ik ben vaak niet als ‘independent’ behandeld. ‘Jij bent te goed om independent te zijn’, zeiden ze dan tegen me, maar ik had dat extra prijzengeld gewoon nodig om mijn budget iedere keer weer rond te krijgen.”

In 2007 werd het spannend, want eigenlijk zag het ernaar uit dat Coronel de laatste drie evenementen vanwege onvoldoende budget niet zou kunnen rijden. Hij herinnert zich: “Toen kreeg ik een telefoontje van Tim Huxley, die ik daarvoor maar één keer in de bar in Macau had ontmoet, en die zei: ‘Macau zonder Coronel, dat kan niet! Wat kost dat? Geef je rekeningnummer maar, dan maak ik dat bedrag over.’ En inderdaad: vier dagen later stond dat bedrag op mijn rekening en daarmee kon ik het seizoen afmaken. Dat waren Mandarin Shipping en Noble Group, die mij op die manier ondersteunden. Zo heb ik altijd mensen, relaties om me heen gehad die het me gunden en zo heb ik het altijd kunnen volhouden, tot op de dag van vandaag.”

Met de ‘Coronel combination’ naar winst

Zijn eerste WK-overwinning behaalde Coronel op 26 oktober 2008, toen hij met de SEAT Leon TFSI van het Spaanse Sunred-team de tweede race in het Japanse Okayama won. “Dat was natuurlijk ook wel een bijzondere, en zeker in Japan, mijn tweede thuisland”, benadrukt hij. Dat succes had hij te danken aan een wel heel aparte bandenkeuze: terwijl de baan steeds meer opdroogde, koos Coronel ervoor om op de achteras regenbanden en op de vooras slicks te laten monteren. Hij vertelt: “Ik had slicks uitgeprobeerd op weg naar de startopstelling en ik was ervan overtuigd dat het zo kon. ‘Maar dan heb je geen balans’, zei de engineer. ‘Dat los ik wel op’, zei ik. En zo heb ik gewonnen! Ik was de enige die dat zo deed. Het trucje had ik geleerd in de Suzuki Swift Cup op Zandvoort, waar ik toen een paar jonge jongens begeleidde. Daar hadden ze geen ‘intermediates’, dus die reden allemaal met regenbanden achter en slicks voor als het opdroogde, daar was je sneller mee. En dat lukte in het WTCC dus ook! Sindsdien waren er regenbanden, slicks en de ‘Coronel combination’!”

In het seizoen 2009 reed Coronel, opnieuw met SEAT, één weekeinde samen met zijn tweelingbroer Tim, die eigenlijk in de SEAT Leon Eurocup uitkwam, maar in het Tsjechische Brno in het WTCC met een SEAT Leon aan de start verscheen. “Daarmee heb ik dus niet alleen met mijn partner en mijn schoonvader, maar ook met mijn tweelingbroer gereden. Dat kan echt niemand anders zeggen”, aldus Tom Coronel. In 2010 startte hij met een SEAT Leon TDI, een toerwagen met dieselmotor, maar podiumplaatsen zaten er niet in.

Na afloop van het seizoen beëindigde de Nederlandse SEAT-importeur zijn ondersteuning van de deelname van Coronel aan het WTCC, waarmee de sportieve toekomst van de coureur uiterst onzeker werd. “Ik reed toen net voor kerst samen met Paulien naar Schotland, naar haar moeder, toen Roberto Ravaglia belde met de vraag of ik het jaar erna voor hem wilde rijden. Dat wilde ik natuurlijk wel! Ik dacht dat ik zou moeten stoppen, maar toen kreeg ik van Roberto het mooiste kerstcadeau ter wereld. Hij had de BMW van Andy Priaulx gekocht en daarmee kon ik racen. De kans die hij me toen samen met Aldo Preo bood was echt geweldig! Met die BMW racen was super: een achterwielaangedreven auto, daar heb ik gewoon meer gevoel mee.”

Successen met ROAL-BMW

Het seizoen 2011 begon voor Coronel al gelijk met een podiumplaats tijdens het eerste weekeinde in het Braziliaanse Curitiba, waar hij tweede werd. Er volgden meer podiumplaatsen, maar de bekroning was de overwinning in oktober in Japan, ditmaal op Suzuka. “Dat was ook wel een bijzondere, weer in Japan, en het was ook nog eens de 200e WTCC-race, dus speciaal dat ik juist die race won.” Dat jaar eindigde Coronel als vierde in de WK-stand, achter de drie fabrieks-Chevrolets. In 2012 stond Coronel, opnieuw met een BMW in het ROAL-team van Roberto Ravaglia en Aldo Preo, in totaal vijf keer op het podium. Het jaar erna behaalde hij twee overwinningen: één op de Slovakia Ring nabij Bratislava en één op Suzuka, wederom in Japan.

“Rondom dat weekeinde in Japan tekende zich ook af dat er voor 2014 een nieuw reglement zou komen met de TC1-auto’s, die eigenlijk meer prototypes dan toerwagens waren en daarmee ook een stuk duurder”, vertelt Coronel. “Met de BMW zouden we daarin kansloos zijn, maar in Japan kwamen Roberto en Aldo naar me toe en zeiden: ‘We hebben een Chevrolet gekocht. Voor jou! Jij rijdt de komende drie jaar met een Chevrolet’. En dat waren dus mensen die hun hele leven al met BMW te maken hadden: een raceteam met BMW’s, een dealerbedrijf met BMW… ‘Maar ik heb geen budget’, zei ik. ‘Jij krijgt het altijd wel voor elkaar, wij vertrouwen je’, antwoordden ze. En uiteindelijk lukte dat dus ook.” Ook in 2014 en 2015 stond Coronel weer enkele malen op het podium. In 2016 behaalde hij twee overwinningen, in Marrakesh en in Vila Real in Portugal. 2017 was het laatste jaar van het WTCC, dat Coronel afsloot met de tweede plaats tijdens de finale in Macau.

WTCR als nieuw hoofdstuk

“Je zag in de laatste jaren duidelijk dat het kampioenschap zijn flair aan het verliezen was”, aldus Coronel. “Die TC1-auto’s waren duur, er speelden allerlei belangen, veel politiek op de achtergrond en geen internationale aansluiting. Dus toen kwam er een alternatief in de vorm van TCR, een idee van Marcello Lotti, die eerder ook aan de basis van ETCC en WTCC gestaan had. Er waren diverse merken die auto’s volgens dat reglement hadden, er waren veel nationale series, dus dat was een goede basis om er een wereldwijde serie van te maken, en dat werd WTCR.”

In 2018, het eerste WTCR-jaar, reed Coronel met een Honda van het Belgische Boutsen Ginion Racing. Het werd een lastig seizoen met twee zevende plaatsen als beste resultaten. Het jaar erna maakte hij de overstap naar een ander Belgisch team, Comtoyou Racing van Michel Baert en François Verbist, waar hij met een Cupra reed. In een groot en competitief veld waren de resultaten wat beter met enkele top-tien-klasseringen. “Bij Comtoyou voel ik me heel erg thuis”, zegt Coronel, die sinds 2019 voor de Belgische renstal uitkomt. Sinds 2020 rijdt hij met een Audi RS 3 LMS, waarmee hij in 2020 op de Slovakia Ring zijn eerste WTCR-overwinning behaalde. In 2021 was Coronel een van de vier rijders die met de nieuwe generatie van de Audi RS 3 LMS reed en als derde op Motorland Aragón zorgde hij voor de eerste podiumplaats wereldwijd met de nieuwe Audi. Ook dit jaar reed hij regelmatig voorin mee en hij sloot het WTCR-tijdperk af met wederom een podiumplaats als derde in de openingsrace van Jeddah in Saoedi-Arabië.

“Het was wel duidelijk dat het ook in WTCR niet optimaal liep”, verklaart Coronel terugblikkend. “Ook hier was er weer veel politiek, met name van enkele fabrikanten, en er speelden teveel tegengestelde belangen. Niet alle neuzen stonden dezelfde kant op. Zo reden we opeens op circuits waar ik zelfs nog nooit eerder van gehoord had, baantjes ‘in the middle of nowhere’ waar een serie, die eigenlijk een wereldkampioenschap is, natuurlijk niks te zoeken heeft. Daar kun je als rijder ook niets mee voor sponsors en relaties. In de loop van het seizoen tekende zich al af dat het zo niet verder kon, dus het heeft me niet verbaasd dat de WTCR niet wordt voortgezet.”

Coronel “serieus enthousiast” over TCR World Tour

In plaats daarvan komt er volgend jaar een competitie onder de naam TCR World Tour, samengesteld uit bestaande evenementen, geselecteerde races van nationale of boven-nationale kampioenschappen, vergelijkbaar met de Grand Slam-toernooien in het tennis. Dat concept ziet Coronel helemaal zitten: “Daar ben ik echt serieus enthousiast over”, zegt hij. “Veel auto’s, veel rijders, evenementen over de hele wereld op mooie circuits als Spa-Francorchamps, Bathurst… Kijk, er moet nog veel geregeld worden, maar het goede is dat iedereen in dezelfde richting werkt. Marcello Lotti creëert als promotor zoveel enthousiasme, zoveel positieve energie, dat dit gewoon een succes gaat worden. Dat maakt het weer heel erg gaaf! Ik kijk echt uit naar een nieuw tijdperk voor het toerwagenracen.”

Coronel is ook enthousiast over het concept met geselecteerde evenementen uit bestaande series die meetellen voor de TCR World Tour: “Dat vind ik super! Bij het WTCC en later WTCR was er sprake van een bepaalde arrogantie bij de organisatie: je móet je voor eind februari hebben ingeschreven, je móet van tevoren het volledige inschrijfgeld betalen, je móet dit, je móet dat… Dat valt weg. Eigenlijk moet je gewoon ’s morgens met je auto aan kunnen komen en kunnen zeggen: ‘Ik schrijf me in, ik doe mee’, in plaats van al dat politieke. Dit is meer de natuurlijke situatie, zoals toerwagenracen moet zijn en Marcello Lotti, en niet te vergeten zijn rechterhand Nunzia Corvino, voelen dat perfect aan.”

Voor Coronel spreekt het vanzelf dat hij er komend jaar in de TCR World Tour bij wil zijn: “Dit wordt een van de allermooiste periodes in de toerwagenracerij omdat er zoveel auto’s zijn, zoveel mogelijkheden! Er zijn wereldwijd zo’n 1200 TCR-auto’s, allemaal hetzelfde, de banden zijn vrijwel overal hetzelfde, de stijl van de races is hetzelfde, dat biedt ongelooflijk veel perspectief! Daar wil ik natuurlijk bij zijn. Ik heb er nog steeds zoveel plezier in, ik kan niet zonder dat racen, ben er verslaafd aan, dus reken er maar op dat ik volgend jaar weer aan de start sta!”

Rest nog de vraag aan welke evenementen en welke coureurs Tom Coronel na ruim twee decennia internationaal toerwagenracen de beste herinneringen heeft. Aan de rijder het slotwoord: “Qua evenement Macau, dat was en is als afsluiting van het seizoen altijd iets bijzonders. Als grootste succes toch wel mijn overwinning in Suzuka met de BMW, in de 200e WTCC-race. Mijn beste teamgenoot was Duncan Huisman, terwijl ik met Rob Huff altijd de beste ‘klik’ gehad heb. De eerlijkste rijder was Jörg Müller, degene met wie ik de meeste problemen had was Nicola Larini. Daar had ik altijd ruzie mee. Samen met Norbert Michelisz heb ik dan weer de meeste progressie gemaakt. Wij waren samen privérijders en zijn samen gegroeid in de toerwagenracerij. En niet te vergeten Stefano D’Aste, een van mijn beste vrienden. Maar zoals ik al zei: ik ben nog niet klaar met de toerwagens. TCR staat immers eigenlijk voor ‘Tom Coronel Racing’