Weinig verbinding, veel wedstrijdkilometers en duinen in Peru’

24 mei 2018  

Voor het eerst in de 41-jarige geschiedenis van de Dakar Rally wordt er komend jaar maar één land aangedaan: Peru. Dat is zeker geen nadeel, stelde Xavier Gavory (directeur deelnemersrelaties van organisator ASO) bij de Nederlandse Dakar-presentatie in Loon op Zand.

Nadat onverwachts en in een laat stadium Chili en Bolivia aangaven niet mee te willen doen aan de komende editie van de Dakar Rally, was ASO min of meer genoodzaakt zich te beperken tot Peru. Op het eerste gezicht lijkt dat een beperking, maar Peru biedt veel voordelen, die de nadelen ruimschoots overtreffen, zo hield Gavory zijn gehoor bij Experience Island voor.
Gavory: “Wie er afgelopen Dakar bij was, zal zich de heel zware eerste week in Peru zeker nog herinneren, waarbij een ongekend groot aantal deelnemers al heel snel moest opgeven. Peru is misschien wel het mooiste land om de Dakar te organiseren, met fantastische specials, een mild klimaat en weinig kilometers voor de assistentieploegen.”

Uitdagende route

ASO heeft goed geluisterd naar de klachten over veel kilometers over de weg en heeft die afstanden zo veel mogelijk beperkt. Omdat de verdeling verbinding/specials zo gunstig is en er zeker zeven etappes met overwegend duinen zijn, is een rally van tien wedstrijddagen (vier minder dan afgelopen januari) zeker niet te kort of minder moeilijk. “Komend jaar hebben we nauwelijks verbindingen over de weg”, beloofde Gavory. “Finish en start zijn vaak dicht bij het bivak. Als je kijkt naar voorgaande jaren, waren de deelnemers alles bij elkaar opgeteld meerdere dagen kwijt met het rijden van verbindingen. Nu die wegvallen, en met zeven duinenetappes in de 2019 route, weten we zeker dat tien dagen in Peru ruim voldoende is. Het gaat een zeer uitdagende route worden, waarbij we ook gebieden aandoen die we nog kennen van 2012 en 2013.”
Wat ook nieuw is voor 2019 is dat SSV’s, auto’s of trucks die uitvallen in de eerste week, de rally mogen hervatten na de rustdag, met een eigen klassement. Gunstig voor de kleinere amateurteams, die dan niet meer na een jaar lang van voorbereiden en veel investeren, naar huis moeten. Voor de wedstrijd tellen ze niet meer mee, maar ze kunnen in deze opzet nog wel rijden.

Veel belangstelling

Bij de presentatie werd duidelijk dat veel teams de Dakar Rally zeker nog zien zitten. De laatste jaren is Nederland altijd zeer goed vertegenwoordigd in de Dakar. Met zeven motoren, twee quads, acht auto’s en negen trucks was Nederland in 2018 het derde land qua deelnemers. Zoals het zich laat aanzien, zullen er in de komende editie meer aan de start staan. Bij de motoren worden er in 2019 vier debutanten bij de motoren verwacht, met Wesley Pittens, Paul Spierings, Martien Jimmink en Marcel Piek. Bij de auto’s keert Erik van Loon na een jaar afwezigheid normaal gesproken weer terug, waardoor er – naast Bernhard Ten Brinke – in elk geval twee Nederlandse deelnemers zijn die voor een topklassering in aanmerking komen.
Bij de trucks hebben William de Groot en Frank Tilburgs aangegeven na een jaar afwezigheid terug te zullen keren. Eerder al gaf Peter Versluis aan van plan te zijn weer mee te doen. Gerard de Rooy moet zijn keuze nog maken, gaf teammanager Henk van Leuven aan. Teamgenoot Ton van Genugten, die dit jaar vier specials won in de Dakar en lang streed voor een podiumplaats, is er in ieder geval wel weer bij. Hetzelfde geldt voor Mammoet Rallysport met Martin van den Brink en Janus jr van Kasteren.